Boos! 5 praktische opdrachten voor meer rust in huis.

Klaar voor verandering?

De manier waarop je kind zich gedraagt kan jij niet bepalen; je kunt alleen je eigen gedrag en je eigen gevoel regelen. Als je weet welke emotie er onder het boze gedrag van je kind schuilgaat dan kan je daaruit ook de behoefte afleiden.

Uiteraard, ieder kind is uniek, maar onderstaand vind je 5 tips die zouden kunnen inspelen op de behoefte van jouw kind en daarmee jou en je gezin op de lange termijn helpen weer harmonie in huis terug te krijgen.

1. Zelfstandigheid geven;

   Kinderen die boos doen hebben vaak weinig zelfvertrouwen. Als deze kinderen kritiek krijgen is dat vaak een aanleiding waardoor het boze gedrag wordt opgeroepen. Geef je kind het gevoel van 'je kan het!' Benoem het succes en stimuleer zelfstandigheid. Zelfvertrouwen en zelfstandigheid gaan namelijk hand in hand. En daarnaast hebben kinderen ook de wens om groot te zijn, te genieten van verantwoordelijkheid en zelfstandig zijn. Óok kinderen die doen alsof het thuis een hotel is ;-). Vooral kinderen met een sterke wil weten wat ze willen; uitgroeien tot hun unieke zelf en grip hebben. Maak je dan ook niet te druk om kleine voorvallen als morsen, vieze kleren, slordig eten. Wat doe jij al om de zelfstandigheid van je kind te vergroten?

2. Minder regels in huis;

   Hoeveel regels hebben jullie in huis? Soms kom ik bij ouders thuis en dan hangen er hele lijsten aan de deur met regels waar het gezin zich aan moet houden. Het hoofd van het kind barst bijna uit elkaar van alle regels die het moet onthouden. Het gevolg is dat het kind daar stress van krijgt, onzeker wordt en niet precies weet wat er van hem of haar wordt verwacht. Gevolg: frustratie. Soms is ook niet duidelijk wat het verschil is tussen een regel en een afspraak. Een regel is een opdracht waar iedereen zich aan moet houden. Stoppen voor rood is zo’n regel. Die geldt voor iedereen.

   Een afspraak is een plan dat je samen bedenkt en waar je allemaal tevreden over bent. Als je een ander plan hebt kan je een afspraak samen veranderen – een regel niet. Die wordt van bovenaf opgelegd. Hoe minder regels er zijn, hoe eerder ze aan een werkelijk belangrijke regel gehoor zullen geven.

3. Uitdaging meegeven;

   Hoe voel jij je als je geen grip op een situatie hebt? Of als je baas op kantoor de hele dag van alles voor je bepaalt? Help je kind met socialiseren door te praten in doelen. De limonade moet opgeruimd worden, maar de manier waarop mag je kind zelf bepalen (met jouw hulp indien nodig natuurlijk). Of: we gaan zometeen naar buiten. Ik ben benieuwd wat je aantrekt zodat je het warm genoeg hebt en geen kou vat. Hiermee stimuleer je direct ook het gevoel van zelfvertrouwen en zelfstandigheid.

4. Geef duidelijkheid;

   Heb je vaak discussies met je kind? Kijk eens of je weleens een vraag stelt waar kinderen eigenlijk geen NEE op mogen zeggen. 'Wil je gaan douchen?' Als het niet de bedoeling is dat het antwoord 'nee' is, dan kan je beter een opdracht geven. 'Jullie gaan onder de douche vanavond'. Probeer de volgende keer duidelijkheid te geven met een opdracht, in plaats van een vraag.

5. Communiceer de reden;

   Een andere reden waarom kinderen boos, geïrriteerd of ongehoorzaam doen, is wanneer ouders niet uitleggen wat het doel is van een bepaalde ‘opdracht’. Een 'we doen het gewoon zo' 'ik wil dat je nu luistert' 'Waarom? Daarom!’ ‘Ik ben je moeder, dus je doet het nu' wekken meestal heftige reacties op. Je opvoeddoel is bijvoorbeeld: respectvol contact maken met volwassenen. En voor jou is het belangrijk dat je kinderen op een verjaardagsfeestje een handje geven. Je kind zal eerder geneigd zijn aan deze opdracht te voldoen als hij snapt wat de reden is. De vraag is alleen; hoe belangrijk is het? Of kan je kind een eigen manier bedenken die toch voldoet aan jullie opvoeddoel maar beter bij jouw kind past?